Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 10:16-19 Het Boek (HTB)

16. Hij nam de kinderen in zijn armen, legde zijn handen op hun hoofd en zegende hen.

17. Toen Hij weer verder ging, kwam er een man aanrennen. Hij viel voor Jezus op de knieën en zei: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?’

18. ‘Waarom noemt u Mij goed?’ vroeg Jezus. ‘Alleen God is toch goed?

19. U kent de geboden: U mag niemand doodslaan. U mag geen overspel plegen. U mag niet stelen. U mag anderen niet vals beschuldigen. Heb eerbied voor uw vader en moeder.’

Lees verder hoofdstuk Marcus 10