Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 1:38-43 Het Boek (HTB)

38. Maar Hij antwoordde: ‘Kom, wij gaan naar andere dorpen en steden hier in de buurt. Dan kan Ik de mensen daar ook over het goede nieuws van God vertellen. Daarvoor ben Ik immers gekomen.’

39. Zo reisde Hij heel Galilea door en sprak overal in de synagogen. Uit vele mensen verjoeg Hij boze geesten.

40. Op een dag kwam er een melaatse man naar Hem toe. Hij viel voor Jezus op zijn knieën en smeekte: ‘Als U wilt, kunt U mij genezen.’

41. Toen Jezus zag hoe erg die man eraan toe was, kreeg Hij medelijden met hem.

42. Hij raakte hem aan en zei: ‘Dat wil Ik, word gezond!’ De melaatsheid verdween onmiddellijk en de man was helemaal genezen!

43. Jezus vond het niet goed dat de man bij Hem bleef.

Lees verder hoofdstuk Marcus 1