Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 1:27-33 Het Boek (HTB)

27. De mensen keken hun ogen uit en vroegen elkaar: ‘Wat is dit toch? Iemand die iets nieuws leert en die gezag heeft! Hij zegt zelfs tegen de boze geesten dat zij moeten gaan en ze gaan nog ook!’

28. Dit nieuws ging als een lopend vuurtje door heel Galilea.

29. Uit de synagoge ging Jezus met Simon en Andreas mee naar huis. Jakobus en Johannes waren er ook bij.

30. Simons schoonmoeder was ziek en lag met koorts op bed. De mannen vertelden het aan Jezus.

31. Toen Hij binnenkwam, ging Hij naar haar toe, pakte haar bij de hand en hielp haar overeind. De koorts verdween meteen. Zij stond op en maakte eten voor hen klaar.

32. Die avond na zonsondergang bracht men alle zieken en bezetenen bij Hem.

33. Veel nieuwsgierigen waren te hoop gelopen en voor het huis was het een drukte van belang.

Lees verder hoofdstuk Marcus 1