Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 8:5-24 Het Boek (HTB)

5. ‘Een boer ging naar zijn land om graan te zaaien. Bij het uitstrooien viel wat zaad op een pad, waar het werd vertrapt. De vogels kwamen het oppikken.

6. Er viel ook zaad op ondiepe grond met harde rotsbodem eronder. Het kwam wel op, maar verdorde ook weer vlug omdat het te weinig vocht kreeg.

7. Ander zaad kwam tussen de distels terecht.

8. Het verstikte daar omdat de distels veel sneller groeiden. Het overige zaad viel op vruchtbare grond. Het kwam mooi op en gaf een rijke oogst, wel honderd keer zoveel als was gezaaid.’ Hij wilde dat de mensen goed zouden luisteren en zei: ‘Als u oren hebt, luister dan goed.’

9. Zijn leerlingen vroegen wat Hij met de gelijkenis bedoelde.

10. Hij antwoordde: ‘Jullie mogen weten wat het geheim van het Koninkrijk van God is, maar aan andere mensen vertel Ik er over met behulp van gelijkenissen. Hun ogen zitten dicht en hun oren zijn doof. Daarom zullen zij niets zien, horen of begrijpen.

11. Nu, dit is de betekenis ervan: het zaad is het woord van God voor de mensen.

12. Het zaad dat op het pad terechtkomt, zijn de mensen die wel het woord van God horen, maar het meteen weer vergeten. De duivel neemt Gods woord weg, omdat hij niet wil dat de mensen erin geloven en daardoor worden gered.

13. Het zaad dat op steenachtige grond terechtkomt, zijn de mensen die het woord van God horen en meteen erg enthousiast zijn. Maar het schiet geen wortel bij hen, zij zijn oppervlakkig. Een poosje geloven zij erin, maar wanneer zij op de proef worden gesteld, moeten zij er niets meer van hebben.

14. Het zaad dat tussen de distels terechtkomt, zijn de mensen die het woord van God horen en er ook in geloven. Maar door de zorgen, de overvloed en allerlei genoegens van het leven krijgen die woorden niet de kans in hen iets goeds te bewerken.

15. Maar het zaad dat in goede, vruchtbare grond terechtkomt, zijn de mensen die met een goed, oprecht hart naar de woorden van God luisteren en zich eraan houden. Het zaad brengt vrucht voort in hun leven, omdat zij volhouden.

16. Als men een lamp aansteekt, wordt er toch niet iets overheen gezet om het licht te verbergen? Nee, men zet de lamp ergens neer waar iedereen die binnenkomt, het licht goed kan zien.

17. Zo zal ook alles wat geheim of verborgen is, aan het licht komen.

18. Het hangt er dus van af hoe u luistert. Want wie iets heeft, zal er veel bij krijgen. Maar wie niets heeft, zal ook nog kwijtraken wat hij meent te hebben.’

19. Zijn moeder en zijn broers kwamen Hem opzoeken, maar zij konden niet bij Hem komen omdat het huis overvol was.

20. Toen Hij hoorde dat zij buiten stonden te wachten en Hem wilden spreken, zei Hij:

21. ‘Mijn moeder en mijn broers zijn zij die de woorden van God horen en in praktijk brengen.’

22. Op een dag stapte Hij met zijn leerlingen in een boot en zei: ‘Kom, wij gaan naar de overkant van het meer.’

23. Tijdens de overtocht viel Hij in slaap. Plotseling stak een vreselijke storm op. De golven werden zo woest dat het water de boot insloeg. Het werd heel gevaarlijk.

24. De leerlingen maakten Jezus wakker. ‘Meester! Meester,’ schreeuwden zij, ‘wij vergaan!’ Jezus bestrafte de wind en het woeste water en onmiddellijk werd het bladstil.

Lees verder hoofdstuk Lucas 8