26. ‘Maar wie kan dan wel gered worden?’ vroegen de mensen die het hadden gehoord.
27. Hij antwoordde: ‘Wat bij de mensen niet kan, kan wel bij God.’
28. Petrus zei: ‘U weet dat wij alles hebben verlaten om U te volgen.’
29. ‘Ja,’ antwoordde Jezus. ‘En wie huis, vrouw, broers, ouders of kinderen verlaat ter wille van het Koninkrijk van God,