Oude Testament

Nieuwe Testament

Lucas 14:1-11 Het Boek (HTB)

1. Op een sabbat ging Hij bij een vooraanstaande Farizeeër thuis eten.

2. Zij hielden Hem daar goed in het oog, want er was iemand bij Hem komen staan die last van waterzucht had.

3. Jezus vroeg aan de Farizeeën en bijbelgeleerden in dat huis: ‘Mag men volgens de wet van Mozes iemand op de sabbat genezen of niet?’

4. Zij zwegen in alle talen. Jezus nam de zieke man bij de hand, genas hem en liet hem gaan.

5. Daarna keek Hij hen weer aan en zei: ‘Als uw zoon op een sabbat in een put valt, haalt u hem er toch ook uit? En een koe laat u er ook niet in liggen.’

6. Ze wisten niet wat ze moesten antwoorden.

7. Het was Hem opgevallen dat de gasten allemaal op de beste plaatsen wilden zitten. Daarom gaf Hij hun deze raad:

8. ‘Als iemand u uitnodigt op een bruiloft, ga dan niet op de beste plaats zitten. Stelt u zich voor dat de gastheer iemand heeft uitgenodigd die belangrijker is dan u.

9. Dan zal hij naar u toekomen en vragen: “Wilt u alstublieft plaats maken voor deze gast?” Dan staat u voor schut en moet u genoegen nemen met een plaatsje dat nog over is.

10. U kunt het beste de minste plaats uitzoeken. Misschien zegt de gastheer dan wel: “Vriend, u kunt deze plaats nemen. Die is veel beter.”

11. Dan maakt u voor al de andere gasten een goede beurt. Want ieder die zichzelf meer eer geeft dan hem toekomt, zal worden vernederd. En wie zichzelf heel gewoon vindt, zal eer ontvangen.’

Lees verder hoofdstuk Lucas 14