Oude Testament

Nieuwe Testament

Judas 1:14-20 Het Boek (HTB)

14. Wat Henoch zei, die van de zevende generatie na Adam was, is ook op hen van toepassing: ‘Daar komt de Here met de tienduizenden die bij Hem horen, om over alle mensen recht te spreken.

15. Hij zal alle onbetrouwbare mensen straffen voor hun verzet tegen God en voor de grote mond die zij tegen Hem hebben opgezet.’

16. Zij doen niets dan mopperen en zeuren, zij willen alleen hun eigen zin doen. Praatjesmakers zijn het. En áls zij eens aardig zijn, doen zij het om er beter van te worden.

17. Vergeet niet, vrienden, wat de apostelen van onze Here Jezus Christus vroeger hebben gezegd:

18. ‘Tegen het einde van de tijd zullen er spotters komen, die zich aan hun onreine verlangens overgeven.’

19. Het zijn mensen die verdeeldheid zaaien, ze zijn alleen op het wereldse gericht en hebben de Geest van God niet.

20. Maar, vrienden, u moet uw allerheiligst geloof sterker laten worden en u bij uw bidden laten leiden door de Heilige Geest.

Lees verder hoofdstuk Judas 1