Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 6:21-29 Het Boek (HTB)

21. ‘Kom aan boord,’ zeiden ze. Even later legden zij in Kafarnaüm aan.

22. De volgende morgen kwamen er weer veel mensen naar de plaats waar Jezus het brood had uitgedeeld. Zij dachten dat Hij daar nog zou zijn, omdat zijn leerlingen de vorige dag alleen waren weggevaren.

23. Maar toen zij zagen dat Jezus er niet was, stapten zij in een paar boten die uit Tiberias waren gekomen

24. en staken over naar Kafarnaüm om Jezus te zoeken.

25. Toen zij Hem daar vonden, vroegen zij: ‘Meester, wanneer bent U hier aangekomen?’

26. ‘Ik weet wel waarom u Mij zoekt,’ antwoordde Hij. ‘U komt niet om de wonderen die u hebt gezien, maar omdat Ik u volop te eten heb gegeven.

27. Werk niet voor gewoon voedsel, dat vergaat, maar werk voor het voedsel dat blijft en waardoor u eeuwig leven krijgt. Ik, de Mensenzoon, zal u dat geven. Dat heeft God Mij opgedragen.’

28. Zij vroegen: ‘Hoe kunnen wij doen wat God wil?’

29. Jezus antwoordde: ‘U moet in Mij geloven. Dat is de wil van God, want Ik ben door Hem gestuurd.’

Lees verder hoofdstuk Johannes 6