Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 6:1-8 Het Boek (HTB)

1. Daarna ging Jezus naar de andere kant van het Meer van Galilea.

2. Een menigte mensen volgde Hem, omdat zij zagen dat Hij de zieken genas.

3. Jezus liep de heuvel op en ging daar met zijn leerlingen zitten.

4. Het was vlak voor Pesach, het Joodse Paasfeest.

5. Toen Jezus al die mensen zag aankomen, vroeg Hij aan Filippus: ‘Waar kunnen wij brood vandaan halen om die mensen te eten te geven?’

6. Niet dat Jezus eten wilde kopen. Hij was iets anders van plan, maar was alleen benieuwd wat Filippus zou antwoorden.

7. Filippus zei: ‘Al kopen wij voor tweehonderd zilverstukken brood, dan hebben wij nog niet genoeg om iedereen te eten te geven.’

8. Andreas, de broer van Simon Petrus, mengde zich in het gesprek.

Lees verder hoofdstuk Johannes 6