Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 4:14-22 Het Boek (HTB)

14. Maar wie van het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Dat water zal in hem als een fontein worden, waaruit eeuwig leven voortkomt.’

15. De vrouw zei: ‘Here, geef mij van dat water, dan zal ik nooit meer dorst krijgen en hier geen water meer hoeven putten.’

16. Jezus zei: ‘Ga uw man eens halen.’

17. ‘Ik heb geen man,’ antwoordde de vrouw. ‘Dat is waar,’ zei Jezus.

18. ‘U bent vijf keer getrouwd geweest en de man met wie u nu samenleeft, is uw man niet.’

19. ‘Here,’ zei de vrouw tegen Hem. ‘U moet een profeet zijn!

20. Op welke plaats moeten wij God eigenlijk aanbidden? Hier op de berg Gerizim zoals onze voorouders altijd deden of in Jeruzalem zoals de Joden zeggen?’

21. Jezus antwoordde: ‘Geloof Mij, er komt een tijd dat de mensen de Vader niet zullen aanbidden op de Gerizim en ook niet in Jeruzalem.

22. U aanbidt blindelings, want u kent God niet. Wij weten wie wij aanbidden, wij kennen God, want de Redder van de wereld komt uit het Joodse volk.

Lees verder hoofdstuk Johannes 4