Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 4:10-25 Het Boek (HTB)

10. ‘Als u wist wat God geeft en wie Ik ben die u om water heeft gevraagd,’ antwoordde Jezus, ‘dan zou u Míj om water hebben gevraagd en Ik zou u levend water hebben gegeven.’

11. ‘Maar Here,’ zei zij. ‘U hebt geen kruik en de put is diep. Waar haalt U dat levende water dan vandaan?

12. Bent U dan meer dan onze stamvader Jakob? Hij heeft deze put gegraven. En zijn zoons, zijn vee en hijzelf hebben er water uit gedronken.’

13. Jezus antwoordde: ‘Wie van het water uit deze put drinkt, krijgt weer dorst.

14. Maar wie van het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Dat water zal in hem als een fontein worden, waaruit eeuwig leven voortkomt.’

15. De vrouw zei: ‘Here, geef mij van dat water, dan zal ik nooit meer dorst krijgen en hier geen water meer hoeven putten.’

16. Jezus zei: ‘Ga uw man eens halen.’

17. ‘Ik heb geen man,’ antwoordde de vrouw. ‘Dat is waar,’ zei Jezus.

18. ‘U bent vijf keer getrouwd geweest en de man met wie u nu samenleeft, is uw man niet.’

19. ‘Here,’ zei de vrouw tegen Hem. ‘U moet een profeet zijn!

20. Op welke plaats moeten wij God eigenlijk aanbidden? Hier op de berg Gerizim zoals onze voorouders altijd deden of in Jeruzalem zoals de Joden zeggen?’

21. Jezus antwoordde: ‘Geloof Mij, er komt een tijd dat de mensen de Vader niet zullen aanbidden op de Gerizim en ook niet in Jeruzalem.

22. U aanbidt blindelings, want u kent God niet. Wij weten wie wij aanbidden, wij kennen God, want de Redder van de wereld komt uit het Joodse volk.

23. Maar er komt een tijd, en die is er nu al, dat iedereen die de Vader echt wil aanbidden, dat overal kan doen, door de Geest die Waarheid schenkt. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden.

24. God is Geest en wij kunnen Hem alleen aanbidden als onze aanbidding geestelijk en oprecht is.’

25. De vrouw zei: ‘Ik weet dat de Messias komt,’ Messias betekent namelijk Christus, ‘Hij zal ons Gods boodschap precies vertellen.’

Lees verder hoofdstuk Johannes 4