Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 21:7-14 Het Boek (HTB)

7. De leerling die Jezus' beste vriend was, zei tegen Petrus: ‘Het is de Here.’ Toen Simon Petrus dat hoorde, deed hij zijn bovenkleed aan, trok het omhoog tussen zijn riem en sprong in het water.

8. De anderen kwamen met de boot en sleepten het volle net mee. Zij waren maar honderd meter van de kant af.

9. Toen zij aan wal stapten, zagen ze een houtskoolvuur met vis erop en brood.

10. ‘Haal eens een paar van de vissen die jullie hebben gevangen,’ zei Jezus.

11. Simon Petrus ging weer aan boord en trok het volle net op de oever. Er zaten honderddrieënvijftig vissen in en toch was het net niet gescheurd.

12. ‘Kom,’ zei Jezus. ‘Laten wij gaan eten.’ Geen van de leerlingen durfde te vragen wie Hij was. Ze begrepen nu wel dat het de Here was.

13. Jezus gaf hun brood en vis.

14. Na zijn terugkeer uit de dood was dit de derde keer dat Jezus aan zijn leerlingen verscheen.

Lees verder hoofdstuk Johannes 21