Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 2:16-22 Het Boek (HTB)

16. Tegen de duivenverkopers zei Hij: ‘Eruit! Het huis van mijn Vader is geen markt!’

17. Dit herinnerde de leerlingen eraan dat er geschreven staat: ‘Van mijzelf blijft niets over, omdat ik alles geef voor uw huis.’

18. De Joden namen dit niet. ‘Hoe durft U! Bewijs maar eens dat U dit mag doen!’

19. ‘Breek deze tempel af,’ zei Jezus. ‘En in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen.’

20. ‘Wat!’ riepen de Joden. ‘Er is zesenveertig jaar aan deze tempel gewerkt en U zou er in drie dagen mee klaar zijn?’

21. Maar Jezus bedoelde dat Hijzelf, zijn eigen lichaam, die tempel was.

22. Later, toen Hij uit de dood was teruggekomen, herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had. Het klopte met wat er in de Boeken staat en zij geloofden het.

Lees verder hoofdstuk Johannes 2