Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 17:13-23 Het Boek (HTB)

13. Nu kom Ik bij U. Ik zeg dit allemaal terwijl Ik nog in de wereld ben, omdat Ik wil dat zij vol zullen zijn van de blijdschap die Ik heb.

14. Ik heb hun doorgegeven wat U verteld hebt. De wereld haat hen omdat zij, net als Ik, niet bij de wereld horen.

15. Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te beschermen tegen de duivel.

16. Zij horen net zo min bij de wereld als Ik.

17. Maak hen zuiver en heilig door hen te onderwijzen in uw woord van waarheid.

18. Ik stuur hen de wereld in, zoals U Mij de wereld hebt ingestuurd.

19. Ik wijd mijn leven aan hen, om hen door de waarheid aan U te wijden.

20. Wat Ik U vraag, is niet alleen voor hen. Het is ook voor de mensen die door hen in Mij zullen gaan geloven.

21. Ik vraag U, Vader, of zij net zo één mogen zijn als U en Ik. U bent in Mij en Ik ben in U. Laat hen ook zo in Ons zijn. Dan zal de wereld geloven dat U Mij gestuurd hebt.

22. Ik heb hun dezelfde eer gegeven als U Mij gegeven hebt, om hen zo één te laten zijn als U en Ik.

23. Doordat Ik in hen ben en U in Mij bent, zullen zij een volmaakte eenheid zijn. Dan zal de wereld erkennen dat U Mij gestuurd hebt en dat U net zoveel van hen houdt als van Mij.

Lees verder hoofdstuk Johannes 17