11. Ik heb dit gezegd met de bedoeling dat mijn blijdschap in jullie zal zijn. Jullie zullen grote blijdschap ervaren.
12. Ik zeg dat jullie net zoveel van elkaar moet houden als Ik van jullie gehouden heb.
13. Wie zijn leven voor zijn vrienden overheeft, heeft de grootste liefde.
14. Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat Ik zeg.