Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 11:49-55 Het Boek (HTB)

49. Kajafas, die dat jaar hogepriester was, zei: ‘U hebt geen flauw idee wat hier aan de hand is.

50. Begrijpt u niet dat het in uw voordeel is als één mens sterft voor het hele volk? Anders gaat het hele volk verloren.’

51. Dat zei hij niet uit zichzelf. Als hogepriester van dat jaar werd dit hem door God ingegeven. Hij voorspelde daarmee dat Jezus voor het Joodse volk zou sterven,

52. en niet alleen voor dat volk, maar ook voor de kinderen van God die over de wereld verspreid zijn. Jezus zou hen allemaal bijeenbrengen.

53. Vanaf die dag zochten de Joodse leiders naar een gelegenheid om Hem te doden.

54. Daarom bewoog Jezus Zich niet langer vrij onder de mensen, maar ging naar Efraïm, een rustig plaatsje aan de rand van de woestijn. Daar bleef Hij enige tijd met zijn leerlingen.

55. Het was vlak voor het Joodse Paasfeest. Jeruzalem stroomde vol met mensen uit het hele land die zich volgens de voorschriften eerst wilden reinigen.

Lees verder hoofdstuk Johannes 11