Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 9:13-20 Het Boek (HTB)

13. Als het bloed van bokken en stieren en de as van jonge koeien van zonden konden reinigen,

14. hoeveel te meer zal dan het bloed van Christus ons hart en leven veranderen. Hij, die Zelf zonder zonden is, heeft door de hulp van de eeuwige Geest Zich gewillig aan God overgegeven om voor onze zonden te sterven. Daardoor wordt ons geweten gezuiverd van daden die tot de dood leiden en kunnen wij de levende God dienen.

15. Hij heeft ervoor gezorgd dat er een nieuw verbond kwam, zodat iedereen mag komen om te genieten van de rijkdom die God beloofd heeft. Christus is gestorven om hen te redden van de straf die zij verdienden door de zonden die zij onder het oude verbond hadden gedaan.

16. Met dit verbond dat God met ons heeft gesloten, is het net als met een testament, er moet eerst iemand sterven, voordat het van kracht wordt.

17. Aan een testament heb je pas iets als de man of vrouw die het gemaakt heeft, gestorven is. Want zolang die leeft, kan niemand een beroep op dat testament doen.

18. Daarom werd het eerste verbond tussen God en zijn volk pas van kracht nadat het met bloed was ingewijd.

19. Want toen Mozes het volk al Gods wetten had voorgelezen, nam Hij bloed van kalveren en bokken en sprenkelde dat met water, rode wol en hysop over de stenen plaquettes en het hele volk:

20. ‘Dit bloed bevestigt het verbond dat God u heeft opgelegd,’ zei hij.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 9