Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 7:6-8 Het Boek (HTB)

6. Maar hoewel Melchisedek niet tot hen behoorde, gaf Abraham hem toch een tiende van de buit. Melchisedek zegende de machtige Abraham,

7. het is duidelijk dat een zegen alleen gegeven wordt door iemand die groter is dan degene die gezegend wordt.

8. Verder is het zo dat in het ene geval de priesters, sterfelijke mensen, een tiende kregen van wat de mensen oogstten of verdienden, terwijl in het andere geval Melchisedek ze kreeg, van wie vermeld staat dat hij altijd blijft leven.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 7