Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 11:22-26 Het Boek (HTB)

22. Omdat Jozef op God vertrouwde, heeft hij aan het einde van zijn leven gezegd dat de Israëlieten eens uit Egypte zouden wegtrekken. Hij was daar zo zeker van, dat hij hen plechtig liet beloven zijn beenderen uit Egypte te zullen meenemen.

23. Omdat de ouders van Mozes op God vertrouwden, hebben zij hun kind dat heel bijzonder was, drie maanden lang verborgen gehouden. Zij trokken zich niets aan van het bevel van de farao dat alle pasgeboren jongetjes verdronken moesten worden.

24. Omdat Mozes op God vertrouwde, wilde hij, toen hij volwassen was geworden, niet voor een zoon van de dochter van de farao worden aangezien.

25. Hij wilde liever met het volk van God slecht behandeld worden dan tijdelijk genieten van de zonde.

26. Hij vond het lijden voor Christus meer waard dan al de rijkdom van Egypte, want hij verwachtte dat God hem daarvoor zou belonen.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 11