Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 11:17-20 Het Boek (HTB)

17. Omdat Abraham op God vertrouwde, heeft hij, toen God hem op de proef stelde, zijn zoon Isaak op het altaar gelegd om hem te offeren. Hij was bereid zijn enige zoon aan God te offeren,

18. hoewel God hem had beloofd: ‘Door Isaak zult u veel nakomelingen krijgen.’ Hij rekende erop dat God Isaak ook weer levend zou kunnen maken.

19. En dat is in zekere zin ook gebeurd. Voor Abraham was Isaak eigenlijk al dood, maar hij kreeg hem van God terug.

20. Omdat Isaak op God vertrouwde, kon hij zijn twee zonen, Jakob en Esau, zegen voor de toekomst beloven.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 11