Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 9:17-23 Het Boek (HTB)

17. Ananias deed wat de Here hem had opgedragen en begaf zich naar het huis waar Saulus was. Hij legde zijn handen op hem en zei: ‘Saul, broeder, ik ben gestuurd door Jezus, die u onderweg hebt ontmoet. U zult weer kunnen zien en vol worden van de Heilige Geest.’

18. Het was net of er een vlies van Saulus' ogen viel. Ineens kon hij weer zien.

19. Daarna liet hij zich dopen en ging wat eten om op krachten te komen. Saulus bleef een paar dagen bij de volgelingen van Jezus in Damascus en

20. ging zelfs naar de verschillende synagogen en vertelde daar openlijk dat Jezus Gods Zoon is.

21. Allen die hem hoorden, waren hoogst verbaasd. ‘Dit is toch de man die in Jeruzalem de aanhangers van Jezus heeft uitgeroeid? Hij kwam hier toch om mensen van dat geloof gevangen te nemen en naar de leidende priesters in Jeruzalem te brengen?’

22. Maar Saulus sprak met steeds meer overtuiging en bracht de Joden in Damascus in verwarring door aan te tonen dat Jezus de Christus is.

23. Enkele dagen later besloten de Joodse leiders hem te doden.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 9