Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 7:1-5 Het Boek (HTB)

1. De hogepriester vroeg: ‘Is het waar wat zij zeggen?’

2. Stefanus antwoordde: ‘Broeders en vaders van ons volk, luister! Toen Abraham nog in Mesopotamië woonde, verscheen God aan hem en zei:

3. “Verlaat uw land en uw familie en ga naar het land, dat Ik u zal wijzen.”

4. Hij trok weg uit zijn vaderland en ging naar Charan. Daar bleef hij wonen tot zijn vader, die met hem mee was gegaan, stierf. Daarna leidde God hem naar dit land, waar u nu woont.

5. Maar God gaf hem er niets van in eigendom, nog geen meter. God beloofde het aan Abrahams nakomelingen te geven, hoewel hij nog steeds geen kinderen had.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 7