Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 4:1-9 Het Boek (HTB)

1. Terwijl zij nog tegen de mensen spraken, kwam de leider van de tempel samen met de priesters en Sadduceeën naar hen toe.

2. Zij waren woedend dat de apostelen het volk vertelden dat Jezus niet meer dood was en daarmee leerden dat er opstanding uit de dood bestaat.

3. Zij namen Petrus en Johannes gevangen tot de volgende morgen.

4. Maar ondanks dat geloofden veel mensen de apostelen. Daarmee nam het aantal gelovigen toe tot ongeveer vijfduizend.

5. De volgende morgen kwamen alle Joodse leiders in Jeruzalem in een extra vergadering bijeen.

6. Onder hen waren de hogepriester Annas, Kajafas, Johannes, Alexander en andere familieleden van de hogepriester.

7. Zij lieten Petrus en Johannes binnenbrengen en vroegen hun: ‘Door welke kracht of namens wie hebt u dit gedaan?’

8. Petrus, die vervuld was van de Heilige Geest, antwoordde:

9. ‘Geachte leiders van Israël: als ik het goed begrijp, worden wij vandaag verhoord omdat wij iets voor een invalide man hebben gedaan, waardoor hij is genezen.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 4