Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 24:19-25 Het Boek (HTB)

19. Dat werd anders toen een paar Joden uit Asia mij zagen. Die hadden blijkbaar iets tegen mij. Zij zouden hier moeten zijn om hun aanklacht bij u in te dienen.

20. Maar wat deze mensen hier betreft: laten zij eens vertellen wat voor schuld zij in mij hebben gevonden, toen ik voor de Hoge Raad terechtstond,

21. behalve dan dat ik daar heb geroepen: “Ik sta hier vandaag terecht omdat ik geloof dat de doden weer levend zullen worden!” ’

22. Felix, die goed van de nieuwe geloofsbeweging op de hoogte was, brak de rechtzitting af en zei: ‘Als commandant Lysias hier komt, zal ik de zaak verder onderzoeken.’

23. Hij gaf de officier bevel Paulus gevangen te zetten, maar hem vriendelijk te behandelen. Als er vrienden kwamen om hem te bezoeken en hem iets te brengen, mochten ze niet worden tegengehouden.

24. Een paar dagen later kwam Felix met zijn Joodse vrouw Drusilla in de gevangenis. Hij liet Paulus halen en luisterde naar wat hij over het geloof in Jezus Christus vertelde.

25. Maar toen Paulus over rechtvaardigheid, zelfbeheersing en het komende oordeel van God sprak, kreeg Felix het benauwd en zei: ‘Het is voorlopig wel genoeg. Als het me schikt, zal ik u nog wel eens laten roepen.’

Lees verder hoofdstuk Handelingen 24