Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 2:1-9 Het Boek (HTB)

1. Op de Pinksterdag waren zij allemaal bij elkaar gekomen.

2. Ineens kwam er uit de hemel een geluid, alsof er een storm opstak. Het was in het hele huis te horen.

3. Zij zagen iets dat op tongen van vuur leek, vlammen die zich boven ieder van hen verspreidden.

4. Zij werden allemaal vervuld van de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken: woorden die de Heilige Geest hun ingaf.

5. Met de feestdagen waren er in Jeruzalem vele gelovige Joden uit alle landen van de wereld.

6. Toen zij het geluid hoorden, liepen ze allemaal te hoop. Zij raakten in verwarring, omdat ieder van hen de apostelen in zijn eigen taal hoorde spreken.

7. Zij begrepen er niets van. ‘Dat zijn toch mannen uit Galilea?’ riepen zij verbaasd uit.

8. ‘Hoe kan het dan dat zij ónze taal spreken en nog andere talen ook? Kijk eens waar wij overal vandaan komen:

9. uit Parthië, Medië, Elam en Mesopotamië, uit Judea, Capadocië, Pontus, Asia,

Lees verder hoofdstuk Handelingen 2