Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 18:18-28 Het Boek (HTB)

18. Paulus bleef nog in de stad. Na enkele dagen nam hij afscheid van de christenen en vertrok naar Syrië. Priscilla en Aquila gingen met hem mee. Voor hij in Kenchreeën aan boord ging, liet hij zijn haar afknippen, omdat hij een plechtige belofte had afgelegd.

19. Toen zij in de haven van Efeze kwamen, liet hij de anderen achter en ging zelf naar de synagoge. Daar had hij lange gesprekken met de Joden.

20. Die vroegen hem zelfs nog een paar dagen te blijven, maar dat wilde hij niet.

21. Hij nam afscheid van hen met de woorden: ‘Als God het wil, kom ik bij u terug.’ Hij verliet Efeze per schip.

22. Na aankomst in Caesarea ging hij naar Jeruzalem en bezocht daar de christengemeente. Daarna reisde hij verder naar Antiochië.

23. Maar ook daar bleef hij niet lang. Al gauw vertrok hij weer naar Galatië en Frygië om de christenen in die streken te bemoedigen.

24. Ondertussen was er in Efeze een Jood aangekomen die heel goed kon spreken en de Boeken zeer goed kende. Hij heette Apollos en kwam uit Alexandrië in Egypte.

25. Daar had iemand hem iets verteld over wat Jezus gedaan en verkondigd had. Hij sprak vol vuur over Jezus en de dingen die hij zei waren juist, maar hij wist niet veel meer dan de doop zoals Johannes die verrichtte.

26. In de synagoge nam hij vrijmoedig het woord. Priscilla en Aquila hoorden hem. Zij namen hem mee naar huis en legden hem uit wat er allemaal met Jezus was gebeurd en wat dat betekende.

27. Apollos was van plan naar Achaje te gaan en de christenen van Efeze vonden dat een goed idee. Ze schreven aan hun geloofsgenoten dat zij hem hartelijk moesten ontvangen. Nadat hij in Achaje was aangekomen, werd hij op een geweldige wijze door God gebruikt om de christenen daar te ondersteunen.

28. Krachtig weerlegde hij de Joden in het openbaar. Daarbij bewees hij aan de hand van de Boeken dat Jezus de Christus was.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 18