Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 16:5-12 Het Boek (HTB)

5. Daardoor werden de gemeenten in hun geloof versterkt en kwamen er dagelijks meer mensen bij.

6. Zij reisden verder door het gebied van Frygië en Galatië, omdat de Heilige Geest hun niet had toegestaan naar Asia te gaan en daar over Jezus Christus te spreken.

7. Toen ze in Mysië kwamen, wilden zij doorreizen naar Bithynië, maar de Geest van Jezus hield hen tegen.

8. Daarom trokken zij door Mysië in de richting van de westkust en kwamen in de havenstad Troas.

9. Daar kreeg Paulus 's nachts een visioen. Hij zag een Macedonische man staan die hem dringend vroeg: ‘Steek over naar Macedonië om ons te helpen!’

10. Nadat Paulus het visioen had gekregen, deden wij ons best zo snel mogelijk naar Macedonië te vertrekken, want wij maakten eruit op dat God ons opdroeg de mensen daar het goede nieuws van Jezus Christus te vertellen.

11. Wij gingen in Troas aan boord van een schip en zeilden in één ruk naar Samotrake. De volgende dag legden wij in Neapolis aan en gingen van boord.

12. Vandaar reisden wij naar de Romeinse kolonie Filippi, de voornaamste stad in dat deel van Macedonië en bleven er enkele dagen.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 16