Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 10:6-12 Het Boek (HTB)

6. Hij logeert bij Simon, de leerlooier die aan zee woont.’

7. Zodra de engel weg was, riep Cornelius twee van zijn huisknechten en een van zijn lijfwachten, een gelovig man.

8. Hij vertelde hun wat er gebeurd was en stuurde hen naar Joppe.

9. De volgende dag, terwijl de mannen Joppe naderden, ging Petrus het platte dak van het huis op om te bidden. Het was omstreeks het middaguur en

10. omdat hij honger had, wilde hij graag iets eten. Terwijl het eten werd klaargemaakt, raakte hij buiten zichzelf.

11. Hij zag de hemel open en er kwam iets naar beneden wat op een groot kleed leek. Het werd aan de vier hoeken vastgehouden en op de aarde neergelaten.

12. Op het kleed lagen allerlei dieren: zoogdieren, reptielen en vogels.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 10