Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 10:25-30 Het Boek (HTB)

25. Toen Petrus binnenkwam, liep Cornelius naar hem toe en viel op zijn knieën.

26. Maar Petrus trok hem overeind en zei: ‘Sta op! Ik ben ook maar een mens!’

27. Al pratend kwamen zij in de kamer waar alle genodigden bij elkaar waren.

28. Petrus nam het woord en zei: ‘U weet vast wel dat het mij als Jood verboden is met mensen van een ander volk om te gaan. Maar God heeft mij duidelijk gemaakt dat ik niemand minderwaardig of onrein mag vinden.

29. Daarom ben ik zonder aarzelen meegegaan toen u mij liet vragen bij u te komen. Maar ik ben wel benieuwd waarom u dat hebt gedaan.’

30. Cornelius antwoordde: ‘Vier dagen geleden was ik 's middags rond drie uur hier in huis aan het bidden.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 10