Oude Testament

Nieuwe Testament

Filippenzen 4:15-18 Het Boek (HTB)

15. Beste Filippenzen, u weet immers nog goed dat in het begin van mijn werk voor de verbreiding van het goede nieuws u de enige gemeente was die mij geregeld een gift stuurde nadat ik uit uw streek, Macedonië, vertrokken was.

16. Zelfs toen ik in Thessalonica was, hebt u mij nog twee keer iets gestuurd om mij te helpen.

17. Nu gaat het mij niet om de gift op zich, maar wel om uw goede werk waardoor uw hemelse beloning steeds groter wordt.

18. Ik heb de hele gift ontvangen en heb momenteel meer dan voldoende. Voorlopig kom ik niets tekort nu Epafroditus mij uw gaven heeft overhandigd. Zij zijn een heerlijk geurend offer, aangenaam voor God.

Lees verder hoofdstuk Filippenzen 4