Oude Testament

Nieuwe Testament

Filippenzen 1:4-9 Het Boek (HTB)

4. Als ik voor u bid, is mijn hart vol vreugde

5. over de geweldige medewerking die u hebt gegeven aan het bekendmaken van het goede nieuws, vanaf de dag dat u het voor het eerst hoorde tot nu toe.

6. Ik ben er zeker van dat God op de grote dag van Christus Jezus het goede werk dat Hij onder u begonnen is, zal voltooien.

7. Het spreekt eigenlijk vanzelf dat ik zo over u denk, want u hebt een bijzondere plaats in mijn hart. Immers, of ik nu gevangen zit of in vrijheid het geloof in Jezus Christus verdedig en verkondig, u deelt mee in de genade die God mij bewijst.

8. God weet hoe ik naar u verlang met de liefde van Christus Jezus.

9. Ik bid dat u meer en meer van liefde zult overvloeien, zodat u een diep geloof en inzicht in de dingen van God zult krijgen.

Lees verder hoofdstuk Filippenzen 1