Oude Testament

Nieuwe Testament

Efeziërs 4:11-20 Het Boek (HTB)

11. Christus heeft sommigen aan de Gemeente gegeven die apostel zijn, anderen die namens Hem spreken; sommigen die het goede nieuws aan ongelovigen vertellen, anderen die de christenen geestelijk verzorgen en weer anderen die onderwijzen.

12. Met elkaar moeten zij de christenen klaarmaken om God te dienen, zodat de Gemeente, het lichaam van Christus, zal groeien en sterk en volwassen zal worden.

13. Het doel daarvan is dat wij ten slotte volledig één zullen zijn, door ons gemeenschappelijk geloof en doordat wij de Zoon van God allemaal even goed kennen. Dan zullen wij volledig mens zijn, volwassen geworden door alles wat Christus in ons heeft gedaan.

14. Wij zullen dan niet langer als kinderen zijn, die zomaar van gedachten veranderen. Wij laten ons dan ook niet meer door van alles beïnvloeden. Ook niet door de verkeerde leer van slimme mensen die ons op een dwaalspoor willen brengen.

15. Nee, dan zullen wij vol liefde de waarheid volgen en alleen doen wat waar is en zo steeds meer één worden met Christus, die het hoofd is van het lichaam, de Gemeente.

16. Door Hem wordt het lichaam prachtig samengevoegd, elk deel helpt de andere delen naar vermogen, zodat het hele lichaam gezond groeit en vol liefde is.

17. Ik zeg u dit met nadruk en ik spreek namens de Here: leef niet langer als mensen die Gods wil niet kennen, want die zijn verblind en verward.

18. In hun hart is het helemaal donker. Zij staan ver van het leven van God, omdat zij niets van Hem willen weten en Hem niet willen begrijpen.

19. Het kan hun niets schelen of iets goed of slecht is. Zij trekken zich nergens iets van aan en worden voortgedreven door hun slechte gedachten en wilde begeerten.

20. Maar zo hebt u Christus niet leren kennen!

Lees verder hoofdstuk Efeziërs 4