Oude Testament

Nieuwe Testament

3 Johannes 1:1-5 Het Boek (HTB)

1. Van: Johannes, de leider van de gemeente. Aan: mijn vriend Gajus, die ik van harte liefheb.

2. Mijn vriend, ik bid dat het u in elk opzicht goed mag gaan, ook wat uw gezondheid betreft. Ik weet dat ik mij over uw omgang met God geen zorgen hoef te maken,

3. want de broeders die hier kwamen hebben mij verteld over uw trouw aan de waarheid, die blijkt uit uw oprechte manier van leven.

4. Dat heeft mij heel blij gemaakt. Niets maakt mij zo blij als het horen van zulke berichten over mijn vrienden.

5. Goede vriend, uw trouw blijkt uit alles wat u voor de broeders doet, zelfs al kent u hen niet.

Lees verder hoofdstuk 3 Johannes 1