Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Thessalonicenzen 2:6-12 Het Boek (HTB)

6. U weet wel wat hem in de weg staat. Maar te zijner tijd zal hij tevoorschijn komen.

7. Want de wetteloosheid is in het geheim al aan het werk, maar heeft zich nog niet kenbaar gemaakt. Dat kan pas als hij die dit nog verhindert, weg is.

8. Dan zal de ‘mens van zeer grote zonde’ in de openbaarheid treden. Maar de Here Jezus zal hem door zijn adem vernietigen en hem, als Hij terugkomt, alleen al door zijn stralende verschijning machteloos maken.

9. De ‘mens van zeer grote zonde’ zal komen en optreden als Satan zelf, vol duivelse list en kracht. Hij zal iedereen een rad voor de ogen draaien, door allerlei opzienbarende, bedrieglijke wonderen te doen.

10. In elk geval de mensen die op weg zijn naar de ondergang, omdat zij niets willen weten van de waarheid waardoor zij gered hadden kunnen worden.

11. Omdat zij niet van de waarheid houden, laat God hen met hun hele hart in leugens geloven.

12. Zij zullen allemaal veroordeeld worden, omdat zij niet de waarheid geloven, maar met genoegen onrecht accepteren.

Lees verder hoofdstuk 2 Thessalonicenzen 2