Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Petrus 2:9-11 Het Boek (HTB)

9. De Here kan de mensen die doen wat Hij wil en Hem liefhebben, helpen de verleidingen te weerstaan en Hij kan zijn straf bewaren tot de grote oordeelsdag voor de mensen die zich niets van Hem aantrekken.

10. Dat laatste geldt vooral voor hen die zich aan hun schaamteloze hartstochten overgeven, voor hen die trots en eigenzinnig zijn, die zich van enig gezag niets aantrekken en zonder blikken of blozen met geestelijke machten durven te spotten.

11. Zelfs de engelen, die in de nabijheid van God leven en veel groter en machtiger zijn dan deze zogenaamde leraren, zullen deze machten niet beledigen of beschuldigen.

Lees verder hoofdstuk 2 Petrus 2