Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Korinthiërs 6:8-13 Het Boek (HTB)

8. Wij blijven de Here trouw, of anderen ons nu minachten of hoogachten, of ze ons nu prijzen of bekritiseren. Wij zijn eerlijk, al noemt men ons leugenaars.

9. De wereld negeert ons, maar God kent ons. Wij leven op de rand van de dood en toch zijn wij springlevend! Wij worden geslagen, maar niet gedood.

10. Ons hart doet pijn, maar de Here geeft ons blijdschap. Wij zijn arm, maar geven anderen veel geestelijke rijkdom. Wij hebben niets, maar genieten van alles.

11. Vrienden in Korinthe, wij spreken vrijuit tot u, ons hart staat voor u open.

12. Wij hebben begrip voor u, maar uw begrip voor ons is te klein.

13. Ik doe nu alsof u mijn eigen kinderen bent. Zet uw hart voor ons open en beantwoord onze liefde.

Lees verder hoofdstuk 2 Korinthiërs 6