Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Timotheüs 2:8-15 Het Boek (HTB)

8. Daarom wil ik dat als mannen hun handen opheffen om te bidden, zij eerlijk en oprecht zijn, zonder enige twijfel of bitterheid in hun hart.

9. En de vrouwen moeten bescheiden zijn, nuchter en netjes in hun kleding en gedrag.

10. Gelovige vrouwen moeten opvallen door hun vriendelijkheid en goedheid, niet door opvallende kapsels, sieraden of dure kleren.

11. Vrouwen moeten nederig zijn en rustig luisteren naar wat hun geleerd wordt.

12. Ik laat niet toe dat een vrouw een man onderwijst of de baas over hem is. Zij moet zich in de samenkomsten rustig houden,

13. omdat God eerst Adam heeft gemaakt en pas daarna Eva.

14. Omdat Eva, en niet Adam, zich heeft laten verleiden en Gods gebod heeft overtreden.

15. Maar God zal haar daarvan bevrijden door haar vermogen kinderen te baren, als zij tenminste op Hem blijft vertrouwen en een rustig leven leidt, vol liefde en soberheid.

Lees verder hoofdstuk 1 Timotheüs 2