Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 8:1-6 Het Boek (HTB)

1. Als het gaat om voedsel dat aan afgoden geofferd is, weten wij precies wat wij daarmee moeten doen. Maar van weten alleen wordt u eigenwijs. De liefde van God maakt u wijs.

2. Als iemand meent alles te weten, weet hij nog niet wat hij zou moeten weten.

3. Maar als iemand God liefheeft, kent God hem.

4. Wel, als het om dat eten gaat, weten wij dat er geen andere goden bestaan.

5. Er is maar één God. Ook al zeggen de mensen dat er in de hemel en op aarde vele goden en vele heren zijn—en er zijn heel wat zogenaamde goden en heren—wij weten wel beter.

6. Er is maar één God: de Vader, door wie alles is en voor wie wij leven. En er is ook maar één Heer: Jezus Christus, door wie alles is gemaakt en die ons het leven heeft gegeven.

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 8