Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 16:16-24 Het Boek (HTB)

16. Ik wil graag dat u zich door hen laat leiden en door allen die zich voor u inspannen.

17. Ik ben heel blij dat Stefanas, Fortunatas en Achaïcus hier zijn gekomen. Nu mis ik u niet meer zo erg.

18. Zij hebben mij gerustgesteld en bemoedigd en u ook, natuurlijk. U moet zulke mannen waarderen.

19. Alle gemeenten in Asia groeten u. Ook van Aquila en Prisca en de gemeente die in hun huis samenkomt, wil ik de hartelijke, christelijke groeten overbrengen.

20. Alle broeders en zusters groeten u. Groet elkaar broederlijk, warm en hartelijk.

21. De laatste groet schrijf ik zelf.

22. Als iemand de Here niet liefheeft, is hij vervloekt. De Here Jezus komt terug!

23. Ik wens u de genade van de Here Jezus toe.

24. Mijn hart gaat uit naar u allen die bij Christus Jezus horen.

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 16