Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Johannes 2:12-24 Het Boek (HTB)

12. Ik schrijf u dit allemaal, vrienden, omdat uw zonden vergeven zijn door wat Christus voor u heeft gedaan.

13. Ik schrijf dit allemaal, vaders, omdat u Christus kent, die er vanaf het begin geweest is. Ik schrijf dit allemaal, jongelui, omdat u het van de duivel hebt gewonnen.

14. Dus, kinderen, u kent de Vader. En vaders, u kent Christus, die er vanaf het begin geweest is. En, jongelui, u bent sterk, houd vast aan wat God heeft gezegd, u hebt het van de duivel gewonnen.

15. Houd niet van de zondige wereld en van wat die te bieden heeft, want als u van de wereld houdt, blijkt daaruit dat u de liefde van de Vader hebt afgewezen.

16. Alles wat van de wereld is—de zondige begeerten, de hebzucht en de hoogmoed, die door macht en bezit ontstaat—is er niet door de Vader, maar door de wereld.

17. Aan de wereld en haar zondige begeerten komt een einde, maar wie doet wat God wil, zal eeuwig blijven leven.

18. Vrienden, de wereld loopt op haar einde. U hebt gehoord dat de antichrist zal komen. Maar ik wil u erop wijzen dat er al heel wat vijanden van Christus rondlopen. Daaruit blijkt duidelijk dat het laatste uur voor de wereld geslagen heeft.

19. Die vijanden van Christus hebben vroeger bij ons gehoord, maar niet echt. Anders zouden ze bij ons zijn gebleven. Door ons de rug toe te keren, hebben zij laten zien dat ze niet allemaal bij ons hoorden.

20. U bent heel anders, want de Heilige Geest is in u komen wonen en daardoor kent u de waarheid.

21. Ik schrijf u dus niet omdat u de waarheid niet zou kennen, maar omdat u de waarheid van de leugen moet kunnen onderscheiden.

22. En wie is de leugenaar? Dat is degene die zegt dat Jezus niet de Christus is. Zo iemand is een vijand van Christus, een antichrist, omdat hij niet gelooft in God de Vader en in zijn Zoon Jezus Christus.

23. Want wie niet in de Zoon gelooft, kent ook de Vader niet. Maar wie in de Zoon gelooft, kent ook de Vader.

24. Blijf trouw aan wat u in het begin gehoord hebt. Als u dat doet, zult u altijd één zijn met de Zoon en de Vader.

Lees verder hoofdstuk 1 Johannes 2