Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 7:9-21 BasisBijbel (BB)

9. Het was avond, bijna nacht,en het was al bijna helemaal donker.

10. De vrouw kwam naar buiten, naar hem toe.Ze had zich uitdagend gekleed, als een hoer.

11. Het is een brutale vrouw die er maar op los leeft.Ze blijft nooit thuis.

12. Altijd is ze op straat te vinden.Ze hangt rond op de pleinen.Op de straathoeken loert ze op mannen.

13. Ze kwam dus naar buiten, greep hem beet en kuste hem.Met een brutaal gezicht zei ze:

14. 'Ik wilde net een dank-offer gaan brengen.Vandaag ga ik de offers brengen die ik had beloofd.

15. Daarom ben ik je tegemoet gelopen.Ik ging je zoeken en nu heb ik je gevonden.

16. Ik heb prachtig geborduurde dekens op mijn bed gelegd,gemaakt van Egyptisch linnen.

17. Ik heb mijn bed besprenkeld met parfum.

18. Kom mee naar mijn bed, dan gaan we samen plezier maken.We kunnen tot morgenochtend van elkaar genieten.

19. Want mijn man is niet thuis.Hij is ver weg, op reis.

20. Hij heeft veel geld meegenomen,en komt pas volgende maand terug.'

21. Ze haalde hem over met haar gepraat.Met vleiende woorden praatte zij hem om.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 7