Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 7:5-16 BasisBijbel (BB)

5. Dat zal je beschermen voor de vrouw van een ander,al heeft ze nog zulke gladde praatjes.

6. Ik stond op een keer bij het raam van mijn huis,en keek naar buiten.

7. Daar liep een aantal jongemannen.Ik zag dat één van hen een dwaas was.

8. Hij stak de straat over, naar de hoek waar een vrouw woont.Hij liep in de richting van haar huis.

9. Het was avond, bijna nacht,en het was al bijna helemaal donker.

10. De vrouw kwam naar buiten, naar hem toe.Ze had zich uitdagend gekleed, als een hoer.

11. Het is een brutale vrouw die er maar op los leeft.Ze blijft nooit thuis.

12. Altijd is ze op straat te vinden.Ze hangt rond op de pleinen.Op de straathoeken loert ze op mannen.

13. Ze kwam dus naar buiten, greep hem beet en kuste hem.Met een brutaal gezicht zei ze:

14. 'Ik wilde net een dank-offer gaan brengen.Vandaag ga ik de offers brengen die ik had beloofd.

15. Daarom ben ik je tegemoet gelopen.Ik ging je zoeken en nu heb ik je gevonden.

16. Ik heb prachtig geborduurde dekens op mijn bed gelegd,gemaakt van Egyptisch linnen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 7