Oude Testament

Nieuwe Testament

Richters 1:20-34 BasisBijbel (BB)

20. Kaleb kreeg Hebron, zoals Mozes bevolen had, en verjoeg daar de drie zonen van Enak .

21. De stam van Benjamin heeft de Jebusieten, de bewoners van Jeruzalem, niet weggejaagd. Daardoor zijn de Jebusieten bij de stam van Benjamin in Jeruzalem blijven wonen. Daar wonen ze nu nog steeds.

22. en

23. Ook het leger van de stam van Jozef ging op weg. Ze gingen Bet-El veroveren. Vroeger heette die stad Luz. En de Heer was met hen. Ze stuurden verkenners naar Bet-El.

24. Toen zij bij de stad kwamen, zagen ze een man uit de stad komen. Ze zeiden tegen hem: "Als je ons laat zien hoe we de stad kunnen binnen komen, zullen we jou straks in leven laten."

25. Toen wees de man hun hoe ze de stad in konden komen. Ze doodden iedereen. Maar de man en zijn hele familie lieten ze in leven.

26. De man vertrok naar het land van de Hetieten, bouwde daar een stad en noemde die Luz. Zo heet die stad nu nog steeds.

27. De stam van Manasse heeft de bewoners van Bet-Sean en van alle dorpen die daarbij hoorden niet weggejaagd . Ook niet de bewoners van Taänach en van alle dorpen die daarbij hoorden, van Dor en van alle dorpen die daarbij hoorden, van Jibleam en van alle dorpen die daarbij hoorden en van Megiddo en van alle dorpen die daarbij hoorden. Daardoor zijn de Kanaänieten in die streek blijven wonen.

28. Toen Israël sterker werd, dwongen de Israëlieten de Kanaänieten wel om voortaan voor hen te werken en belasting aan hen te betalen. Maar ze joegen hen niet weg.

29. De stam van Efraïm heeft ook de Kanaänieten die in Gezer woonden niet weggejaagd. Daardoor bleven de Kanaänieten bij hen wonen.

30. De stam van Zebulon heeft de bewoners van Kitron en van Nahalol niet weggejaagd. Daardoor bleven de Kanaänieten bij hen wonen. Maar ze moesten wel voortaan voor hen werken en belasting aan hen betalen.

31. De stam van Aser heeft de bewoners van Akko niet weggejaagd. Ook niet die van Sidon, Alab, Achzib, Helba, Afek en Rehob.

32. Daardoor woonde de stam van Aser midden tussen de Kanaänieten die er altijd al gewoond hadden. Want ze joegen hen niet weg.

33. De stam van Naftali heeft de bewoners van Bet-Semes en van Bet-Anat niet weggejaagd. Daardoor woonden zij midden tussen de Kanaänieten die er altijd al gewoond hadden. Maar de Kanaänieten moesten wel voor hen werken en belasting aan hen betalen.

34. De Amorieten dwongen de stam van Dan om in de bergen te gaan wonen. Ze gaven hun geen kans om de vlakte te veroveren.

Lees verder hoofdstuk Richters 1