Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 40:6-17 BasisBijbel (BB)

6. Mijn Heer God, wat heeft U toch veel wonderen gedaan.Wat heeft U toch mooie plannen met ons.Ik wil alles vertellen wat U heeft gedaan,maar het is te veel om op te noemen.

7. Het gaat U er niet om dat we U allerlei offers brengen.U wil [ eigenlijk ] geen dier-offers, meel-offers, brand-offers en vergevings-offers.U heeft ons oren gegevenen het gaat U er om dat we U gehoorzaam zijn.

8. Daarom zeg ik: "Hier ben ik.In de Boeken staat al wat ik moet doen.

9. God, ik wil graag doen wat U van mij vraagt.Uw wet staat in mijn hart geschreven."

10. Als we in een grote groep bij elkaar komen,vertel ik iedereen hoe goed U bent.U weet, Heer: ik kan mijn mond daarover niet houden!

11. Ik kan het niet vóór me houden dat U goed bent.Ik vertel iedereen van uw trouw en redding.Iedereen moet van uw grote liefde horen.

12. Heer, bescherm mij alstublieft altijd,omdat U liefdevol bent en trouw.

13. Want ramp na ramp overvalt mij.Ik heb zoveel verkeerde dingen gedaan,dat ik eronder bedolven word.Het zijn er meer dan de haren op mijn hoofd!Ik heb alle hoop verloren.

14. Heer, red me alstublieft!Heer, kom me toch gauw helpen!

15. Laat de mensen die mij willen doden rood van schaamte worden!Laat de mensen die hopen op mijn dood terugdeinzen en voor schut staan.

16. Leg de mensen die over mij lachen het zwijgen op,want ze zeggen: "Ha, kijk hem nu eens!"

17. Maar laten alle mensen die van U houden, juichen en blij zijn.Laat iedereen die van U houdt steeds kunnen zeggen:"De Heer doet machtige dingen!"

Lees verder hoofdstuk Psalmen 40