Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 37:20-36 BasisBijbel (BB)

20. Maar het loopt slecht afmet de mensen die zich niets van God aantrekken.Net zoals het vet van de offerdieren in rook opgaat en verdwijnt,zo zijn ook de vijanden van de Heer straks verdwenen.

21. Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug.Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug.

22. Voor hén is de Heer goed en ze erven het land.Maar de anderen worden door Hem vervloekt en worden vernietigd.

23. Als je leeft zoals de Heer het wil,geniet Hij van je en helpt Hij je.

24. Stel dat je valt, dan grijpt Hij je hand,want Hij zal je redden.

25. Ik heb al veel meegemaakt in mijn lange leven.Maar ik heb nog nooit gezien dat een goed mens aan zijn lot werd overgelaten,of dat zijn kinderen moesten bedelen om brood.

26. Een goed mens geeft altijd, uit medelijden.Ook zijn kinderen zijn goed voor andere mensen.

27. Blijf ver bij het kwaad vandaan en doe het goede.Dan zul je altijd veilig wonen.

28. Want de Heer houdt van rechtvaardigheid.Hij laat zijn vrienden nooit in de steek.Hij zal altijd voor hen zorgen.Maar de familie van slechte mensen zal later niet meer bestaan.

29. Maar de mensen die leven zoals Hij het wil,zullen voor altijd op aarde leven.De aarde zal van hen zijn.

30. Mensen die leven zoals God het wil, zijn wijsen wat ze zeggen, is goed en rechtvaardig.

31. Gods wet is in hun harten ze houden vastbesloten daaraan vast.

32. De mensen die zich niets van God aantrekken,loeren op mensen die leven zoals God het wil.Ze willen hen doden.

33. Maar de Heer levert hen niet aan hen uit.Als een onschuldig mens voor de rechter moet komen,zorgt Hij ervoor dat hij niet veroordeeld wordt.

34. Vertrouw altijd op de Heer.Wees Hem altijd gehoorzaam.Dan zal Hij je eren en het land aan je geven.En je zal zien dat er van de slechte mensen niets overblijft.

35. Ik kende eens iemand die zich niets van God aantrok.Hij was een slecht mens.Eerst ging het heel erg goed met hem.Hij groeide en groeide, als een woekerplant.

36. Maar zo snel als hij eerst groeide,zo snel was hij ook opeens weer verdwenen.Ik zocht hem, maar hij was nergens te vinden.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 37