Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 37:14-25 BasisBijbel (BB)

14. Ze trekken hun zwaard en spannen hun boogom onschuldige mensen te doden.

15. Maar hun zwaard doodt henzelf.Hun boog wordt gebroken.

16. Het is beter om arm te zijn maar eerlijk,dan rijk te zijn en slecht.

17. Want de Heer breekt de machtvan de mensen die zich niets van Hem aantrekken.Maar Hij helpt de mensen die leven zoals Hij het wil.

18. Hij zorgt voor de mensen die op Hem vertrouwen.Hun eigen stuk grond zal voor altijd van hen blijven.

19. In moeilijke tijden komen ze niets tekort.Als er hongersnood is, hebben ze genoeg te eten.

20. Maar het loopt slecht afmet de mensen die zich niets van God aantrekken.Net zoals het vet van de offerdieren in rook opgaat en verdwijnt,zo zijn ook de vijanden van de Heer straks verdwenen.

21. Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug.Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug.

22. Voor hén is de Heer goed en ze erven het land.Maar de anderen worden door Hem vervloekt en worden vernietigd.

23. Als je leeft zoals de Heer het wil,geniet Hij van je en helpt Hij je.

24. Stel dat je valt, dan grijpt Hij je hand,want Hij zal je redden.

25. Ik heb al veel meegemaakt in mijn lange leven.Maar ik heb nog nooit gezien dat een goed mens aan zijn lot werd overgelaten,of dat zijn kinderen moesten bedelen om brood.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 37