Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 22:5-11 BasisBijbel (BB)

5. Onze voorouders hebben op U vertrouwd.Ze hebben op U vertrouwd en U heeft hen gered.

6. Ze hebben U om hulp geroepen,en U heeft hen bevrijd.Ze hebben op U vertrouwd,en U heeft hen niet teleurgesteld.

7. Maar ik lijk wel een worm in plaats van een man.Zó word ik vertrapt!De mensen lachen me uit en geven niets om me.

8. Iedereen die mij ziet, scheldt me uit.Ze schudden hun hoofd en zeggen spottend:

9. "Je hebt toch de Heer om hulp gevraagd?Laat Hij je dan maar redden!Laat Hij je maar bevrijden!Je zegt toch dat Hij van je houdt?"

10. U heeft mij gemaakt.Toen ik geboren was, legde U mij rustig in mijn moeders armen.

11. Vanaf mijn geboorte was ik van U.Ja, al vóór mijn geboorte was U mijn God.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 22