7. Hoe zou ik kunnen vluchten voor uw Geest?Waar zou ik me voor U kunnen verbergen?
8. Als ik naar de hemel zou gaan – U bent daar.Als ik naar dodenrijk zou afdalen – U bent daar óók.
9. Als ik zou meevliegen met de opkomende zon,of zou gaan wonen aan de andere kant van de oceaan
10. – ook daar zou U mij leiden.Ook daar zou uw hand mij vasthouden.
11. Als ik me in het donker zou willen verbergen,dan ziet U mij nog, als op klaarlichte dag.
12. Het donker kan mij niet voor U verbergen.Voor U is de nacht zo licht als de dag.
13. U heeft mij gemaakt,mij in de buik van mijn moeder gevormd.
14. Ik prijs U, want het is een wonderhoe U mij heeft gemaakt.Alles wat U heeft gemaakt, is bijzonder.Ik weet dat heel goed.
15. U zag me al toen U mij daar in het donker vormde,waar nog niemand anders mij zag.
16. U zag me al toen ik nog helemaal geen vorm had.Al mijn dagen stonden al in uw boektoen ik nog niet één dag daarvan had geleefd.
17. Wat heeft U prachtige gedachten, God!En zo ontelbaar!
18. Ze zijn zo ontelbaar als het zand.Telkens als ik wakker word,denk ik aan U.
19. God, ik zou willendat U alle slechte mensen doodde.Dat U alle schurken bij me vandaan hield.
20. Want ze zeggen wel dat ze van U houden,maar dat liegen ze.
21. Heer, ik haat de mensen die U haten.Ik heb een hekel aan de mensen die zich tegen U verzetten!
22. Ik haat hen met mijn hele hart.Ze zijn mijn vijanden.