Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 135:8-17 BasisBijbel (BB)

8. Hij doodde in Egyptealle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren.

9. Hij deed in Egypte grote wonderentegen de Farao en al zijn dienaren.

10. Hij versloeg grote volkenen doodde machtige koningen:

11. Sihon, de koning van de Amorieten,Og, de koning van Basan,en alle koningen van Kanaän.

12. Hun land gaf Hijals eigendom aan zijn volk Israël.

13. Heer, U blijft voor eeuwig.De mensen prijzen U door alle eeuwen heen.

14. Want de Heer komt voor zijn volk op.Hij heeft medelijden met zijn dienaren.

15. De goden van de andere volken zijn van zilver en goud.Ze zijn door mensen gemaakt.

16. Ze hebben een mond, maar spreken niet.Ze hebben ogen, maar zien niet.

17. Ze hebben oren, maar horen niet.Er is geen adem in hun mond.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 135