Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:137-154 BasisBijbel (BB)

137. U bent rechtvaardig, Heer,en uw wetten zijn goed.

138. U heeft rechtvaardige wetten gegeven.Ze zijn goed en betrouwbaar.

139. Ik brand van verlangen om U te dienen,omdat mijn vijanden uw woorden vergeten.

140. Uw woord is zuiver en waar.Daarom houd ik er heel veel van.

141. Ik ben een onbelangrijk mens,maar ik vergeet uw wetten niet.

142. U bent voor eeuwig rechtvaardig.Uw wet is juist en goed.

143. Ook als ik in nood ben,geniet ik van uw wetten.

144. Ze zijn voor eeuwig rechtvaardig.Help mij ze te begrijpen, zodat ik zal leven.

145. Ik roep U, Heer, met mijn hele hart.Antwoord mij alstublieft!Ik zal me aan uw leefregels houden.

146. Ik roep U om hulp. Red mij!Dan zal ik doen wat U van mij vraagt.

147. Nog vóórdat de dag begint, roep ik U om hulp.Want uw woorden geven mij hoop.

148. 's Nachts lig ik wakker.Dan denk ik over uw woorden na.

149. Luister naar me, omdat U van me houdt.Heer, geef mij leven, omdat U rechtvaardig bent.

150. De schurken zijn al vlak bij me.Ze houden zich niet aan uw wet.

151. Maar U bent dicht bij me, Heer.Al uw wetten zijn juist en goed.

152. Ik heb altijd gewetendat uw wetten eeuwig zijn.

153. Zie toch hoe erg ik er aan toe ben!Red me alstublieft! Want ik vergeet uw wet niet.

154. Kom als Rechter voor mij op en red me!Geef mij leven, zoals U heeft beloofd.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119